Artikel DHC - 27 mei
31 mei 2021 - 14:23 uur
Frederik van Nouhuys (links) en Tony van der Togt: juist corona deed hun de
waarde van De Witte nog meer beseffen. | Foto: Robert van Stuijvenberg
De Witte trappelt om open te gaan
Geen borrel aan de bar, geen lezingen, geen biljartcompetitie en dat al heel lang.
De Witte moet weer op gang komen en dat is een mooie taak voor de nieuwe voorzitter.
Door Herman Rosenberg
Ze zijn er trots op. Niet op zichzelf, maar op hun vereniging en haar drieduizend
leden. “De saamhorigheid en betrokkenheid zijn groot, ondanks
alles,” verzekeren Tony van der Togt (61) en Frederik van Nouhuys (46)
van de Nieuwe of Littéraire Sociëteit De Witte aan het Plein. De jongere man, werkzaam als advocaat,
is de oudere, werkzaam bij Binnenlandse Zaken, onlangs opgevolgd als ‘voorzitter van het college
van bestuur’. We lopen door de galmende gangen van de lege sociëteit. Het getik van de biljartballen is
verstomd, al maanden is er geen kegel meer geveld in het souterrain. De bestuurswisseling werd vorige
week digitaal afgehandeld, met het bestuur zelf achter de tafel ter plekke, dat wel.
Tussen de metershoge boekenkasten van de ‘Atlaskamer’ praten we over het recente verleden en
de toekomst. Net zoals voor alle verenigingen, was het afgelopen jaar voor De Witte een drama. Pas net
is er weer iets open: het terras van het Paviljoen, de buitensociëteit op Scheveningen. Om even aan te
geven hoe uitzonderlijk de sluiting is: De Witte is vóór corona slechts twee keer in haar bijna 240-jarige
geschiedenis gesloten geweest. Van der Togt: “Dat was van 1798 tot 1802, in periode van de Bataafse Republiek.
En in de Tweede Wereldoorlog moesten we dicht op last van de Duitsers.”
Op de been
Hoe doe je dat, een vereniging met een duur gebouw en een staf van dertig man op de been houden in
zo’n crisisperiode? Van Nouhuys: “Er zijn ontzettend veel activiteiten ontplooid. Nieuwsbrieven,
concerten via livestream, podcasts, een kerstdiner voor thuis dat je kon komen afhalen. Zo hebben we
de binding met de leden in stand gehouden. Maar we wilden ook ons personeel vasthouden. Dus is
er de afgelopen tijd ontzettend veel opgeruimd en schoongemaakt.” Het clubgevoel is gebleven, verzekeren beiden.
Van der Togt: “We hadden heel weinig opzeggingen, minder dan normaal zelfs. Dus qua contributies zat het wel goed.
Sommige verhuringen hebben we nog wel kunnen doen, bijvoorbeeld voor een documentaireserie over koningin
Máxima (‘Dionne Dichtbij:Máxima’, red.).” Van Nouhuys is ook realistisch. “Ook wij hebben klappen gekregen.
Voor een deel functioneren we toch als een grote horeca-onderneming. Een deel van je inkomsten komt uit
de omzetten van bar en restaurant. Die vielen weg.”
Doorstroming
Met Van Nouhuys treedt er zo’n beetje een nieuwe generatie aan op de voorzittersstoel. Maar dat idee
van leeftijden telt eigenlijk niet, verzekeren de komende en gaande man. “Wat wel van belang is, is een
gezonde doorstroming,” betoogt Van Nouhuys. “De verleiding kan groot zijn om te blijven zitten. Daarom
hebben we in het recente verleden de statuten aangepast: je kunt maximaal twaalf jaar bestuurslid
zijn.” Net als Van der Togt is Van Nouhuys een echte Hagenaar. Hij werd geboren in Duinoord en woont
daar nog. “Wim Kan was het geloof ik, die zei: ‘Ik ben in Den Haag geboren, getogen en afgetuigd.’ Nou, dat
geldt dus ook voor mij, behalve dat laatste dan.” De vraag naar de speerpunten van de nieuwe
voorzitter is geen ingewikkelde. Van Nouhuys: “De belangrijkste is de ledenwerving. Die is stilgevallen,
want dat werkt niet als je niet kunt laten zien wat we hier te bieden hebben. Daar hoort bij dat we de
vereniging weer goed op gang moeten zien te krijgen. Een grote groep staat te trappelen, maar er zijn
ook leden wat uit beeld geraakt. Die gaan we er weer bij betrekken.”
Als alles goed gaat, is De Witte tegen het einde van het jaar weer helemaal de oude. Dat moet ook, want
in 2022 bestaat de vereniging 240 jaar en wordt dus het 48ste lustrum gevierd. “Een van de ideeën is
iets te doen in het Haagse Bos,” licht Van Nouhuys een tipje van de sluier op. “Daar hebben wij tot de
Tweede Wereldoorlog ook een locatie gehad, een buitensociëteit. Op die plek zouden we bijvoorbeeld
een Haagse versie van het Grachtenconcert kunnen organiseren. Dan moeten we wel weer met veel
mensen op een kluitje kunnen staan.” Van der Togt, schertsend: “We kunnen het altijd nog als Fieldlabevenement
aankondigen, natuurlijk.”
Dames
En dan is er nog iets waar elke voorzitter weer me te maken krijgt: de beeldvorming. Velen zien het
bolwerk aan het Plein nog altijd als ouderwetse club van sigaren rokende heren. Klopt allebei niet (meer).
Sinds 1998 mogen er ook dames lid worden en de rooksalon is reeds jaren geleden gesloten. Van der
Togt: “Juist corona laat zien hoe belangrijk bij elkaar komen is. We voorzien in de behoefte aan hoogwaardig
menselijk contact.” Van Nouhuys: “Het is ontzettend mooi om mensen bij elkaar te brengen zonder
daar al te ingewikkeld over te doen. En dat willen we voorzetten en veiligstellen. We staan te trappelen.
De Witte is nu net een kastanjeboom waarvan de kaarsjes op openbarsten staan!”